Geluk volgens Jean-Jacques (85): “Leef zonder verwachtingen. Je pad ontvouwt zich vanzelf.”

mrt 18, 2025

Geluk volgens Jean-Jacques (85): “Leef zonder verwachtingen. Je pad ontvouwt zich vanzelf.”

Geld maakt niet gelukkig, zegt men. Maar wat dan wél? Ik vroeg het aan Jean-Jacques Tamba (85), een man die alles heeft meegemaakt: van grote armoede tot de ware liefde.

Gelukkig zijn, hoe doe je dat?

In deze gepolariseerde tijden worstelen veel mensen met een gevoel van zinloosheid. Wanneer was jij voor het laatst nog gewoon blij? Vanuit die bedenking deelde ik onlangs een oproep in mijn netwerk: “Wie kent er iemand die nog de kunst verstaat om positief in het leven te staan?” Ik kreeg meteen reactie: “Jean-Jacques! Die moet je hebben.” Mijn nieuwsgierigheid was gewekt: enkele weken later spreken we af in hartje Antwerpen.

Geboren in gekoloniseerd Congo

Jean-Jacques werd geboren in Congo toen het land nog een Belgische kolonie was. “Iedereen die ik toen kende, was arm”, vertelt hij. “Blanken en zwarten leefden in aparte delen van de stad. We werkten samen, maar na 6 uur moesten wij terugkeren naar onze wijken. Behalve de boys — de huishoudhulpen — want de blanken wilden ook ‘s avonds nog door hen bediend worden.” Dat Jean-Jacques later met een blanke vrouw zou trouwen, was toen nog ondenkbaar.

De eeuwige speelvogel

“Als kind was ik een deugniet”, herinnert hij zich. “Als er streken uitgehaald werden, was ik er altijd bij.” Dat was tegen de wil van de paters. “Die vonden dat regels er waren om gevolgd te worden. Zo mochten de klokken van de school absoluut niet luiden tijdens de vasten. Dat mocht pas met Pasen. “Mijn vrienden en ik hebben de klokken stiekem toch doen luiden. Dat werd beschouwd als blasphème: godslastering. Daarvoor ben ik van school gestuurd.” Die rebelse aard zou hem later nog van pas komen om een leven te leiden dat totaal anders was dan wat zijn ouders voor hem hadden uitgestippeld.

Jean Jacques Tamba bij de zeemacht

Bij de zeemacht

Als jongeman ging Jean-Jacques bij de zeemacht in Banana. Daar werden autochtonen opgeleid om officier te worden in het leger. “Voor mij was dat een luxe: studeren en ervoor betaald worden”, herinnert hij zich. Hij bleef er tot 1960, het jaar waarop Congo onafhankelijk werd. “De onafhankelijkheid betekende meteen ook het einde van mijn opleiding daar”, vertelt Jean-Jacques. “De marine keerde terug naar België en ik zat zonder job.” Maar dat zou al snel veranderen.

Op de villeboot naar Antwerpen

Even later gooide het lot hem een nieuwe reddingsboei toe. “Ik kon aan de slag bij de rederij Compagnie Maritime Belge (CMB) als officier op een zogeheten villeboot. Dat was een passagiersschip dat mensen van Matadi naar Antwerpen bracht en omgekeerd.” En zo zette Jean-Jacques als twintigjarige voor het eerst voet op Belgische bodem. Hij had toen nog geen idee dat hij daar de liefde van zijn leven zou vinden.

“De eerste keer in een Vlaams café dacht ik:  waar ben ik hier terechtgekomen?” 

Jean Jacques op de villeboot naar Antwerpen

Waar ben ik terechtgekomen?

“De eerste keer dat ik in een Vlaams café kwam, nodigde een vrouw me uit om te dansen. Ik weigerde. In Congo was het aanraken van een blanke vrouw de snelste weg om in de gevangenis te belanden. Het voelde als een valstrik. Naast me zei een blanke kerel: ‘Laat die jongen toch met rust. Als hij niet wil dansen, dans ik wel met jou’. De dame gaf hem een klap, en daar lachte hij eens mee. Ik wist niet wat me overkwam. Een vrouw die een man mocht slaan? In welk land was ik hier terechtgekomen?”

Een kus van een blanke vrouw

“Later durfde ik wel te dansen. De eerste keer dat ik een kus kreeg van een blanke vrouw, heb ik me niet gewassen! Maar het waren niet alleen de vrouwen die vriendelijk waren. Ook de mannen gaven me een hand. Ik was zo verbaasd. In Congo was dat ondenkbaar. Ik weet nog altijd de naam van de eerste blanke man die me een hand gaf. Zoiets vergeet je niet. Ik had dus al snel door dat de blanken in België totaal anders waren dan degenen die ik thuis gezien had. Ik ben uiteindelijk ook met een Belgische getrouwd.”

“In België hebben mensen het gevoel dat ze altijd bezig moeten zijn.”

Nietsdoen is hier niet oké

Toch botste Jean-Jacques ook op cultuurverschillen. “In Congo werden alle beslissingen in onze plaats genomen. Initiatief nemen werd meteen afgestraft. Je kreeg een taak. En als je die had uitgevoerd, wachtte je op verdere instructies. Maar als ik me zo gedroeg bij de zeemacht, werd mijn baas woest. Als ik vroeg ‘Waarom ben je boos? Ik heb toch niets gedaan?’ dan antwoorde hij: ‘Dat is juist het probleem! Je doet niets!” Later besefte ik: hier vinden mensen dus dat je altijd bezig moet zijn.”

Jean-Jacques Tamba met zijn vrouw

Mijn vrouw was mijn steunpilaar

“Mijn vrouw heeft me geholpen om die verschillen te begrijpen”, herinnert hij zich. Zijn blik verzacht en een glimlach krult om zijn lippen wanneer hij over haar praat. “Het was een enorm intelligente dame. Ze leerde me dat de Belgische mentaliteit anders is dan de Congolese, en hoe ik daarmee moest omgaan. Ze kwam altijd voor me op en liet niet met zich sollen. Intussen is ze gestorven, maar zij was mijn steunpilaar.”

“Waarom neem je niet één vrouw in Antwerpen en één in Congo?”, stelden ze voor.

Twee vrouwen vond ik te veel

“Dat ik met een blanke trouwde, was trouwens niet naar de zin van mijn ouders. Toen ik terug naar Congo ging, hadden ze daar een echtgenote voor me uitgezocht. Maar ik was al getrouwd en had een kindje in België. Ik had geen zin om uitgehuwelijkt te worden. “Waarom neem je dan niet één vrouw in Antwerpen en één in Congo?”, stelden ze voor. “Maar twee vrouwen, dat vond ik te veel. En ik was een rebel: ik deed wat ik wilde. En op den duur hebben ze dat aanvaard.”

Est-ce que tu as vu des Flamands ?

“Mijn moeder wilde aanvankelijk ook niet dat ik naar België kwam. Aan het begin van de onafhankelijkheid waren er veel blanken vermoord. Ze zei: ‘Als je gaat, zullen ze wraak willen nemen’. Maar ik ben een durver. Toen ik terugging naar Congo reageerden ze verbaasd: ‘Leef jij nog?’ En daarna: ‘Est-ce que tu as vu des Flamands ?’ – Heb je Vlamingen gezien? De kolonisten, Walen, hadden Vlamingen afgeschilderd als een wild volk. Ik moest uitleggen dat Vlamingen ook maar gewone mensen waren.

“Je moet het leven niet proberen te controleren. Aanvaard wat op je pad komt.”

Geluk zit in de kleine dingen

“Mensen vragen me wel eens: ‘Waarom ben jij altijd zo positief?’ En dan zeg ik hen: ‘Dat komt door wat ik heb meegemaakt. Als je in armoede bent grootgebracht, waardeer je andere dingen. Vroeger hadden we bijvoorbeeld maar één broek en één hemd. En in het weekend wasten we die in de rivier. We zwommen in ons blootje tot de zon onze kleren gedroogd had. Meer hadden we niet nodig om gelukkig te zijn.”

Leven zonder planning

Ook nu leeft Jean-Jacques een eenvoudig leven, zegt hij. “Luxe hoeft voor mij niet. Ik leef zonder planning of verwachtingen. Uiteindelijk is alles wat ik heb meegemaakt, bepaald door het lot: mijn beroep, mijn verhuis naar België, de ontmoeting met mijn vrouw. Ik heb dat niet gepland. Je moet het leven dus niet proberen te controleren. Het lot wijst je de weg—als je maar durft te springen. Je pad ontvouwt zich vanzelf.”

Over Jean-Jacques

Jean-Jacques Tamba heeft een belangrijke rol gespeeld in het documenteren van de koloniale geschiedenis van België. Zo schreef hij zijn autobiografie Jean-Jacques, c’est moi en werkte hij mee aan het boek Kinderen van de kolonie en de gelijknamige reportage. Hij baatte ook 30 jaar lang samen met zijn vrouw het café In de Soete Naem Jesus uit. Vandaag woont hij in Antwerpen en geniet hij van zijn pensioen.

Ontvang nieuwe blogartikelen elke maand in je inbox

Wil je interviews als dit graag in je inbox ontvangen? Schrijf je dan in op de nieuwsbrief van Attent Services. Elke maand laat ik mensen aan het woord die je inspireren met praktisch advies en mooie initiatieven.